Zo’n wals bestaat uit twee horizontale, en twee verticale walsen. De twee horizontale walsen zorgen voor het platwalsen van de stalen plaat, terwijl de twee verticale walsen zorgen dat de plaat niet in de breedte uitdijt.
Tijdens het wals proces wordt continue water op de wals gespoten. Dit is om te voorkomen dat de walsen oververhit raken en door de gloeiend hete stalen plaat stuk gaan.
De stalen plaat is 22 centimeter dik alvorens deze door de eerste wals is heengegaan. Na het eerste wals proces is de plaat nog maar 17 centimeter dik en na het tweede wals proces nog maar 12 centimeter. Dit hele wals proces gaat zo door, totdat de plaat door alle 12 walsen heen is gegaan.
Het resultaat is een stalen plaat van 1,5 millimeter tot maximaal 25 millimeter dun en bijna twee kilometer lang. Deze wordt vervolgens afgekoeld en opgerold tot zogenoemde coils of rollen plaatstaal welke worden afgebonden met staalband. Er zijn ook fabrieken waar het staal niet tot coils opgerold wordt, maar afgesneden wordt in dunne plakken. Dit gebeurt doorgaans altijd enkel op verzoek van de klant.